Cavatelli met pesto en tuinbonen

Cavatelli met pesto en tuinbonen

Op vakantie in Maastricht liep ik een kookwinkel in (uiteraard) en vond het leukste kookgereedschap ooit! Een zogeheten gnocchiplankje. Dit is heel simpel een houten plankje met ribbels aan een kant en een handvat. Hiermee kun je zoals de naam al doet vermoeden gnocchi vormen, maar ik kocht ‘m voor het maken van cavatelli. Dat is een kleine pasta soort die soms onder de naam ‘orecchie di prete’ gaat, ofwel ‘de oren van de priester’. Het zijn eigenlijk kleine pastaschelpjes met ribbels aan de buitenkant. Cavatelli worden met de hand gerold over dit houten plankje om die mooie ribbels erop te krijgen. Op die manier neemt de pasta extra saus op.

Het is even een klus. Eerst je deeg flink kneden, dan slierten van rollen, daar weer een klein balletje van maken en dan over het plankje. Maar als je houdt van koken, ga je hier echt van genieten. Het is supermakkelijk met dat plankje, dus je hebt meteen prachtig resultaat.

Je kunt cavatelli met veel dingen combineren (vaak wordt het met romige sausen gegeten). Ik heb er een verse pesto bij gemaakt.

Heb je de tijd (en zo’n plankje) en hou je van koken, maak dit dan gewoon ‘s. Je hebt echt eer van je werk en ‘t is superlekker.

Ingrediënten

  • 400 g pastameel (durum tarwe, oftewel grano duro)
  • 220 ml water
  • blaadjes van een flinke bos basilicum
  • 65 g pijnboompitten (licht geroosterd)
  • 1 teen knoflook
  • klein stukje parmezaanse kaas, in grove blokken
  • sap van 1 citroen (1/2 voor pesto, andere 1/2 voor rucola)
  • 150 g tuinbonen, uit de diepvries (of vers, nog lekkerder)
  • 75 g rucola
  • flink wat olijfolie extra vierge
  • zout & peper

Ook nodig

  • Gnocchiplankje (houten plankje met ribbels aan een kant)
  • Keukenmachine of staafmixer

Bereiding

Begin met het maken van de pasta, dat kost veel tijd en moet daarna nog even drogen. Leg het pastameel in een hoopje op een schoon werkblad en maak een kuiltje in het midden. Schenk hierin het water en voeg een snufje zout toe. Meng met je vingertoppen voorzichtig steeds wat meel door het water (gebruik trouwens 1 hand bij het mengen, dan blijft die andere schoon voor ‘t geval je iets moet pakken), tot alles is vermengd en dan ga je flink kneden. Doe dit ongeveer 10 minuten. In het begin heb je een heel korrelig deeg, maar door het kneden wordt het steeds gladder en elastischer. Als je met je vinger in het deeg duwt en het veert weer mooi terug, heb je een goed pasta deeg. Nu zou ik moeten zeggen dat je het deeg even moet laten rusten, maar ik heb dat niet gedaan en dat ging ook prima, dus wat mij betreft laat je dat deel zitten. Pak een stukje van het deeg en rol hier lange dunne slierten van, van ongeveer 1 cm dik. Hak dit in kleine stukjes, van ook ongeveer 1 cm. Rol hiervan bolletjes (dat hoeft niet heel netjes) en leg dan een bolletje op het plankje. Duw met je wijs- en middelvinger voorzichtig op het deeg en rol/duw deze naar beneden. De randjes zullen omkrullen en zo een hol buisje vormen en de buitenkant heeft mooie ribbels gekregen. Dit herhaal je met de rest van het deeg. Het zal steeds sneller gaan, dus vrees niet ;) Leg de cavatelli op een met bloem bestoven blad. Je kunt de cavatelli op zich wel op elkaar leggen, maar zorg dan dat je er gewoon bloem tussen doet zodat het niet gaat plakken. Zonde van al je harde werk.

Maak dan de pesto door de basilicumblaadjes, pijnboompitten, knoflook, parmezaanse kaas, beetje versgemalen peper en het sap van een halve citroen te blenden in de keukenmachine (of met behulp van een staafmixer). Schenk er tijdens het blenden olijfolie bij tot je de gewenste substantie hebt. Niet te vast, maar ook niet enorm vloeibaar. Proef even of er nog iets bij moet, zout of citroen o.i.d.

Kook de tuinbonen 5 minuten in een flinke pan met gezouten water, hier kook je straks de pasta ook in. Haal ze uit de pan en zet even opzij. Kook hierna in delen de pasta. Dit duurt ook ongeveer 5 minuten, of tot ze boven komen drijven. Haal ze steeds uit het water met een draadspaan en leg ze in een kom. Herhaal dit met de rest van de pasta. Bewaar iets van het kookvocht. De rest van het water kan weg.

Verwarm in een grote koekenpan de pesto, samen met de tuinbonen en voeg daar dan de pasta aan toe, met een beetje kookvocht. Hierdoor krijg je een mooie saus. Schep om en warm kort door. Het moet niet te lang meer doorgaren.

Met de rucola met de rest van het citroensap, een scheut olijfolie en wat zout en peper.

Cavatelli met pesto en tuinbonen, tekst

Serveer de pasta direct en leg hier wat rucola op voor de frissigheid. Na al dit harde werk, mag je nu genieten!